Hoe is Judo ontstaan?
De judosport is voortgekomen uit Jiujitsu, ook wel Japans-worstelen genoemd. Het begin van het Jiujitsu verhaal ligt in China. De Japanners vertellen verhalen waarin wordt verteld hoe deze sport van China naar Japan verhuisde. De eerste geschriften waarin Jiujitsu beschreven wordt dateren van 1650.
Rond die tijd bestonden er in Japan al veel Jiu-Jitsu scholen.
Deze sport werd voornamelijk beoefend door de klasse van de krijgers. Tussen de krijgers en de burgers bestond een groot verschil waarbij de krijgers het hoogst in aanzien stonden. De krijgers behoorden tot de hoogste ridderklasse. Zij werden Samoerais genoemd. De samoerais hadden het voorrecht met 2 zwaarden te mogen vechten. Wapens waren voor de burgers verboden. De techniek van het zwaardvechten en het vechten met de blote handen leerden de samoerais op speciale scholen. In 1870 werd het dragen van een zwaard voor iedereen verboden, hierdoor raakten de samoerais in verval en maakte de gewone burger zich meester in de vechtkunst met de blote handen.
In 1871 werden alle samoerai scholen gesloten en alle geheimen kwamen op straat te liggen, nu kon de gehele Japanse bevolking het Jiujitsu leren.
Wie was Jigoro Kano?
Jigoro Kano werd geboren op 28 oktober 1880 in het Japanse dorp Mikage. Hij was de derde zoon van Jerosoko Kano, een handelaar in scheepvaartmaterialen. Op zeventienjarige leeftijd ging Jigoro Kano studeren aan de keizerlijke universiteit van Tokio. Hij behaalde daar een graad in de economische en politieke wetenschappen. Maar omdat hij niets van politiek wilde weten ging hij naar de pedagogische faculteit. Hij werd eerst lector, daarna hoogleraar en tenslotte onderdirecteur van de school voor adel.
Tijdens zijn studie hoorde hij toevallig over Jiujitsu. Hij kreeg te horen dat dit een middel is waarmee een zwakke man een reus van een tegenstander kon verslaan. Tagi werd zijn eerste leermeester gevolgd door Fukuda waarvan Jigoro heel veel leerde. Na nog enkele andere meesters te hebben gehad kon niemand Jigoro nog iets leren. Op 22-jarige leeftijd opende Kano in Tokio zijn eigen school
de kodokan genaamd.
Jigoro Kano zocht altijd naar verfijning van de techniek en naar nieuwe en betere technieken. Hij verzamelde ze onder het begrip JUDO. In het Nederlands betekent dit ‘zachte weg’. In 1907 legde Kano de laatste hand aan zijn instructieboek maar het duurde tot 1922 voordat het boek uitkwam. In tussentijd bleef Kano het judo vervolmaken. Tot aan het eind van zijn leven (4 mei 1938) bleef hij lesgeven in de DOJO (=judozaal). De naam Kano zal echter altijd via het judo blijven bestaan.